Poets- en huishoudhulpen verdienen steun in de Corona-crisis
Vragen aan onze beleidsverantwoordelijken
De sector van de poets- en huishoudhulpen, die het economisch sowieso al geruime tijd moeilijk heeft, wordt zwaar getroffen door de Corona-crisis. Onze eerste en belangrijkste bekommernis is uiteraard de veiligheid van onze werknemers en die van onze klanten. Maar ook de financiële situatie van de poets- en huishoudhulpen verdient onze aandacht. Onze vorige actie leverde dankzij de massale steun al een eerste groot succes op. Maar dit is nog onvoldoende om onze poets- en huishoudhulpen uit de brand te helpen.
We vragen aan de beleidsverantwoordelijken daarom een maximale compensatie voor het loonverlies ten gevolge van deze crisis.
Op 22 maart richtten we een open brief aan de Vlaamse regering.
Omdat de lonen van de poets- en huishoudhulpen lager liggen dan in veel andere sectoren is het voor velen niet evident om terug te vallen op slechts 70% van hun reeds lage loon. Wij roepen daarom ook de Vlaamse overheid op om te voorzien in een bijkomende compensatie voor het loonverlies. Nu onze sector door overmacht stil ligt, spaart de Vlaamse overheid geld uit op de middelen voor de dienstencheques. Een deel van die middelen kan perfect worden aangewend voor een maximale looncompensatie voor de poets- en huishoudhulpen.
Op 14 maart publiceerden we een open brief aan de federale regering.
Onze oproep heeft tot een eerste resultaat geleid: alle huishoudhulpen hebben recht op een werkloosheidsvergoeding van 70% van hun normale loon. Ook engageerde de federale overheid zich tot een extra toelage van 5,63 EUR/dag.